



De troosteloosheid van een geknakte buurt
In 1968 startten de onteigeningen. Bewoners kregen soms maar enkele weken de tijd om te verhuizen. De beloofde vervangwoningen waren pas 8 jaar later klaar. Tegen 1971 was in de Noordwijk ‘een gat’ geslagen van de Kleine Ring tot bij het Gaucheretplein. Op die sloopstrook kwam een 60 m brede laan met een tijdelijk viaduct over de Kleine Ring. Sinds 1999 is dit de Koning Albert II-laan. Kant Rogierplein bleef de sloop beperkt tot twee huizenblokken.
Het lijkt er sterk op dat toenmalig burgemeester Guy Cudell van Sint- Joost-ten-Node vrij snel beseftte dat de gemaakte keuzes verkeerd waren.
In 1973 was alles onteigend. Wettelijk gezien mochten de bewoners vanaf dan niets meer wijzigen aan hun woningen. De kwaliteit van de gebouwen ging achteruit. Op vijf jaar tijd verliet ruim de helft van de bewoners de buurt. Eén van de laatste winkels sloot de deuren toen de zoldering instortte. Prostitutie werd de activiteit met het meeste succes en breidde uit.
De oliecrisis van 1973 riep een halt toe aan de economische groei-periode. Alle bouwprojecten in de Noordwijk vielen stil. De enorme werfkranen verdwenen uit de skyline. Het begin van 15 jaar troosteloosheid rond slechts enkele kantoortorens.
3. Sloop en stilstand



